PRAKTIJKVERHALEN

De Bouwbeurs

Maanden van te voren van tevoren was ik gebeld, of ik op de Bouwbeurs wilde staan. 
Natuurlijk wilde ik dat. 
Ik sta graag op een beurs.
Ik werd ingewijd in het product, gevelplaten die bestonden uit samengeperste steenwol, dat ik wel kende. 
Mijn handen en armen gingen weer jeuken toen ik de naam van het spul hoorde, net iets minder erg als bij glaswol. 
De opdracht was eenvoudig: er stond een schuurtje op de stand en daarbij twee workmates met gereedschap en schroeven. Aan mij de taak om voorbijgangers uit te dagen een wedstrijdje met elkaar aan te gaan. 
Wie het snelst twee platen op maat zaagde en op de boeidelen van het schuurtje schroefde, was de winnaar. 
De te winnen prijs: een cap met logo. 
Voor de verliezer lag een T-shirt met pikante tekst klaar.
Appeltje eitje. 
Dacht ik.
De eerste dag van de beurs was nog ver weg.
De vlammen sloegen me uit toen ik echt in mijn overall klaar stond. 
Die mannen hadden een dagje vrij en dan zeker aan het werk voor een cap, ik voelde het: ik ging een hele zware week tegemoet. 
Ik dacht aan vroeger als ik zonder iets geleerd te hebben aan een proefwerk begon. En maar hopen op een engel die me alles voor zou komen zeggen. Die engel is nooit geweest.
Vijf voor half tien, nog vijf minuten en de beurs was open. Mijn bloeddruk was ongezond hoog. 

Zeven minuten later stonden twee mannen onder het toeziend, vakkundig oog van hun collega’s te zagen. 
Mijn engel was geweest! 
Vijf minuten later liepen ze weg, de een met een cap op zijn hoofd en de ander met een T-shirt in zijn tas. 
Ze lieten een opgelucht mens achter, die met een zaag in de hand de volgende werkers uitdaagde.


Opscheppen?

Bij een netwerkbijeenkomst had ik een leuke ontmoeting waar een afspraak uit volgde.
De man waar ik mee had gesproken zou met zijn collega's twee dagen op een regionale beurs gaan staan. Ik vertelde dat het mijn specialiteit is om de juiste mensen op een beurs te selecteren en interesseren voor mijn klanten. Voor welk bedrijf dan ook.
Ik ging op bezoek bij de zaak, een uitzendbureau voor mensen met een arbeidshandicap. De mensen die er werkten waren professionals met een ideaal, zoals je mag verwachten bij zo'n zaak. 
Maar zoals vaak, stond het ideaal hoger in het vaandel dan de aandacht voor het uiterlijk. 
Dus, nadat mij was verteld waar zij voor stonden, kwam ik met mijn boodschap:
Ik ging ze helpen om de juiste mensen in de stand te krijgen, mijn specialiteit. Maar eerst wilde ik weten hoe de stand eruit ging zien en hoe zij zich gingen onderscheiden van hun bezoekers. Ik wil namelijk graag direct zien wie bezoeker is en wie tot de standbemanning (m/v) behoort.
We spraken een dresscode af. Ook over de badges had en heb ik wel een mening.

De standbemanning, evenveel mannen als vrouwen overigens, zag er keurig uit. Als bezoeker zag je direct wie tot het standpersoneel behoorde. 
Ik kreeg het, zoals zo vaak, even benauwd, voelde me een opschepper, zou ik de beloofde prestatie ook echt leveren? Zou ik ze aan het einde van de dag nog aan durven kijken en de volgende dag terug mogen komen, zou ik de investering die ze in mij deden, waar maken?
Ik sprak twee mannen aan. Een van de twee zei me dat ik niet hem, maar de ander moest hebben. Al heel snel stelde ik hem voor aan een van de accountmanagers. Na drie kwartier wees een andere accountmanager me erop dat de bewuste man al heel lang in de stand aan het praten was. Niet veel later, kwam hij naar me toe en zei:"Door jou ben ik hier bijna een uur geweest!" Op mijn vraag of hij daar spijt van had, zei hij dat hij met ze in zee zou gaan. Integendeel dus.
Zo heb ik meer contacten gelegd die dagen. 
Na een halve dag hadden ze de investering die ze in mij hadden gedaan, er al uit.


BRUILOFT?

Ze waren 25 jaar getrouwd en wij mochten meehelpen om het gezelliger te maken.
We ontvingen de gasten zo leuk als we konden, een en al vriendelijkheid. We tilden ze het feestje in en hielpen ze om de wereld van alledag achter zich te laten.

Over een kleedruimte voor artiesten was weer eens niet nagedacht, tussen de voorraden mochten wij ons plekje zoeken.
Het was ook de rustplek voor het personeel.
In een van onze omkleedpauzes, wij waren bezig om ons fotoboek mooi te maken, het was nog de tijd van de Polaroids, stond het voltallige personeel in de voorraadkamer. Met verschrikte gezichten stonden ze daar, zonder al te veel te zeggen.
Ik vroeg waarom ze allemaal hier waren, waarom ze zo keken. Kortom, wat er aan de hand was.
Ga zelf maar kijken was de reactie.
En dat deed ik.
Er klonk opzwepende muziek maar de dansvloer was leeg. Nou ja, bijna leeg.
De bruidegom zat er op een stoel, het publiek stond klappend om het het vloertje.
Voor de bruidegom danste een schaars geklede dame. Van de weinige kledingstukken die ze aan had, liet ze er steeds een vallen. Alles ging uit behalve haar slipje …
Ze draaide en liep dansend naar de kant waar een spuitbus met slagroom op haar wachtte.
Terug bij de man, spoot ze haar billen onder, draaide naar haar 'slachtoffer' die onmiddellijk begreep wat de bedoeling was, hij likte de slagroom gretig op.
Toen ze haar borsten volspoot, had ik genoeg gezien.
Ik zocht nog even naar de bruid en zag haar met een diep ongelukkige glimlach aan de kant staan …

Geen opmerkingen:

Een reactie posten